Wake
Kurt De Boodt
Wake
Kurt De Boodt houdt een wake. Bij een kind dat hem ontgroeit. Bij het jongetje dat hij zelf ooit was en dat op de speelplaats leerde waartoe een groep in staat is. Hij waakt bij de kapotte wereld die de twintigste eeuw heeft achtergelaten en pendelt tussen het persoonlijke en het openbare. In Wake heeft De Boodt zich op virtuoze wijze de sonnetvorm eigen gemaakt. Gebondenheid en vrijheidsdrang zetten zijn gedichten onder hoogspanning. Aan het einde van de rit rest hem - en ons - slechts één verweer: wakker blijven.