Aurore
Parijs 1880. Jules Fabre, eerstejaarsstudent medicijnen,
huurt een kamer bij een uitvinder. Het is hem streng verboden
het onderzoekslaboratorium in de kelder te betreden.
Hij raakt in de ban van Aurore, de dochter van de
uitvinder, die zich slaapwandelend door het huis lijkt te
bewegen. Jules volgt colleges bij professor Brochard,
die zijn hysterische patiëntes in naam van de wetenschap
publiekelijk hypnotiseert. Is Aurore ook een hysterica? Of lijdt ze aan
narcolepsie? Of is er iets heel anders aan de hand?
Terwijl Jules zus hem in haar ontroerende brieven steeds dringender
vraagt naar huis te komen omdat de dementie van hun vader snel
verergert, vindt in Parijs een raadselachtige moord plaats. Wat het verband
is met Aurore, weigert Jules in te zien.
Aurore heeft de vaart en sfeer van een gothic novel en stelt tegelijk de
vraag naar wat een mens tot mens maakt. Nooit schreef Kamphuis kleurrijker
en meeslepender.