Kunnen onze herinneringen worden overgebracht op andere levende wezens?

BLOG

Op een zomeravond in 2019 kon ik de slaap niet vatten omdat ik een idee had; ik meende ineens te begrijpen hoe reïncarnatie zou kunnen werken.

Nu geloof ik zelf niet dat ik ooit een Egyptische prinses geweest ben of een Russische struikrover, en ik vind het ook niet eenvoudig om de verhalen van anderen over hun vorige levens voor waar aan te nemen. Toch deed het idee mijn hart zodanig sneller kloppen dat het me belette in slaap te vallen.

Stel, dacht ik, er blijft ‘iets’ over uit een vorig leven, dat een rol speelt in dit leven. Ik kon één ding bedenken dat mogelijk de sprong van het ene leven naar het andere zou kunnen maken, en dat is een herinnering. Het idee dat mij uit mijn slaap hield was dat er een organisme bestaat dat herinneringen opneemt, bewaart en later weer afgeeft. Zodat onze herinneringen ons overleven en hun weg vinden naar andere levende wezens. Dat organisme kon er maar één zijn. Een virus.

We zijn inmiddels allemaal virusexpert, maar in 2019 wist ik weinig van virussen. Ik moest dus meer te weten komen over deze ondode wezens, die ons omringen en ons bevolken, om te bepalen of mijn idee enige raakvlakken had met de werkelijkheid.

Virussen zijn overal. Er zijn zelfs meer virussen op aarde dan sterren in het universum. In elk mens wonen 380 000 miljard virussen. Slechts een klein deel maakt ons ziek, een ander deel helpt ons juist om ziekten te bestrijden. Net zoals de bacteriën van onze darmflora mede bepalen hoe we ons voelen, zo is het menselijk viroom ook van groot belang voor onze gezondheid. Van de meeste virussen weten we niet wat ze doen, maar ze zijn deel van ons, en niet alleen omdat ze ons lichaam bewonen. Ons DNA bestaat voor bijna de helft uit materiaal dat een virus daar ooit achtergelaten heeft. We zijn half virus, half dier.

Foto: Vino Li / Unsplash

Ik stuitte op een passage waarin beschreven stond dat één van de ontelbare virussen die wij in ons opgenomen hebben, het Arc-gen is. Dat gen regelt het vastleggen van herinneringen in ons brein. Toen ik het las, werd ik stil. Het was dus een virus dat de mens zijn geheugen heeft geschonken. Mijn slaapverstorende idee was misschien meer dan een gedachtekronkel.

Toen de eerste opwinding was verdwenen, realiseerde ik me dat er een praktisch bezwaar was. Een virus is klein en herinneringen zijn complex en bevatten verwijzingen naar geuren, beelden, andere herinneringen. Om een enkele herinnering goed vast te leggen zou je een leger aan virussen nodig hebben die nauw samen werken. Was dat denkbaar? Zouden virussen in staat kunnen zijn boodschappen over te brengen aan elkaar, te communiceren, hun acties te coördineren? Onmogelijk voor een miniem organisme dat niet werkelijk leeft. Dacht ik.

Want virussen bleken al die dingen echt te kunnen. In een onderzoek uit 2017 toonde hoogleraar microbiologie Rotem Sorek aan dat virussen die een gastheer binnendringen minuscule boodschappen voor elkaar achterlaten en zo hun beslissingen op elkaar afstemmen. De samenwerking tussen virussen overstijgt ook de eigen virussoort. Sommige virussen kunnen zich alleen voortplanten als een ander virus ze daarbij helpt.

Alle informatie die ik vond, leek te passen bij mijn idee van een virus dat herinneringen overbracht van de ene mens op het andere. Bovendien benadrukken alle (echte) virusexperts dat we nog bijna niets weten over virussen. Sommige onderzoekers veronderstellen dat virussen voorafgingen aan het leven, en de evolutie op gang brachten. Andere, onbewezen, theorieën stellen zelfs dat virussen zijn komen overwaaien van andere sterren. 

Ik was nooit een Egyptische prinses of een Russische struikrover, maar het idee dat een van hun herinneringen zich in mijn brein bevindt, leek ineens niet buitenissig meer.

De laatste ontdekking die ik deed, plaatste alles in een ander perspectief. Het baculovirus is een virus, dat rupsen infecteert en ze overtuigt om te beginnen aan een tocht naar boven, van tak naar tak, tot de top van de boom bereikt wordt. Het virus bestuurt de rups. Terwijl de rups klimt, vreet het virus zich een weg door zijn inwendige. Wanneer de rups de top van de boom bereikt, barst de deze uit zijn voegen en dwarrelt in vlokken naar beneden. De wind neemt die vlokken mee naar andere bomen en zodra een rups ermee in contact komt wordt deze ook besmet.

Als het mogelijk is dat een virus herinneringen van de ene mens overbrengt op een ander mens, bedacht ik, is het dan niet denkbaar dat dat virus er een plan mee heeft?

Ik maakte me op voor nog een slapeloze nacht.

Richard Osinga is schrijver en ondernemer in de zorg, onlangs verscheen zijn roman Arc.

Arc
Bekijk het boek