Wereldbibliotheekklassiekers
Wereldbibliotheek heeft in haar meer dan 115 jarig bestaan een prachtig en rijk archief opgebouwd. Drie keer per jaar lichten we daar een prachtige everseller uit, die de stempel Wereldbibliotheekklassieker verdiend – vanwege de literaire kwaliteit en blijvend enthousiasme bij de lezer. Fictie en non-fictie uit de Nederlandstalige én de wereldliteratuur, in een nieuw jasje: een mooie gebonden uitgave, met een aantrekkelijke prijs.

Aldus sprak Zarathoestra
Van alle boeken van Nietzsche is Aldus sprak Zarathoestra het meest opmerkelijk. In dit boek presenteert hij zijn ideaal van de mens, een wezen dat bevrijd is van egoïsme en geen God en geloof meer nodig heeft om volmaakt gelukkig te zijn: de ‘Übermensch’. De ideeën van Friedrich Nietzsche oefenen een grote invloed uit op het gedachtenleven van onze tijd. Als klassiek filoloog, dichter, wijsgeer en moralist heeft hij een enorme betekenis voor onze cultuur.
Aldus sprak Zarathoestra is zijn belangrijkste werk. Nietzsche vereenzelvigt zich hierin met een heel vroege Perzische wijsgeer, de eerste die een onderscheid maakte tussen licht en donker, tussen goed en kwaad. Het is een verzameling briljante spreuken, zonder intellectuele toespelingen, vol directe levenswijsheid. Wijsheid omtrent het leven zoals hij dat verstaat, leven dat op de spits gedreven wordt en dat ten slotte moet culmineren in zijn ideaal van de ‘Uebermensch’.
Berlijn Alexanderplatz
Berlijn Alexanderplatz is het verhaal van een man die méér van het leven verlangt dan een simpele boterham, en daarmee het noodlot over zich afroept.
Franz Biberkopf is net vrijgelaten uit de gevangenis en probeert op eerlijke wijze aan de kost te komen. Maar dat blijkt nog niet zo makkelijk. Hij raakt verzeild in scènes die even hilarisch als verdrietig zijn, en ondanks zijn goede wil en inzet begint hij te beseffen dat wat hij verlangde niet eenvoudig en vanzelfsprekend was maar ‘hoogmoedig en naïef, brutaal maar evengoed laf en vol zwakheden’. En al loopt hij aan het eind van de roman weer rond op zijn Alexanderplatz, het is de vraag of dat nu het plein in het werkelijke Berlijn is, of ergens in het hiernamaals.
Alfred Döblin vertelt op virtuoze wijze het verhaal van het bruisende Berlijn uit de jaren twintig van de vorige eeuw, een stad die uit zijn voegen is gebarsten door de toeloop van massa’s gelukszoekers. Het stadsrumoer klinkt op in het hoofd van Franz Biberkopf en op iedere bladzijde van het boek: het kroegleven, de onderwereld met zijn kruimeldieven en scharrelaars, de tobbers die het hoofd maar net boven water weten te houden. Het is een verhaal waarin een uitbundig bal net zo minutieus wordt beschreven als de bedrijvigheid in het kolossale slachthuis dat de metropool van vlees moet voorzien.


De woestijn van de Tartaren
Heeft een mens de moed om zelf zijn leven te bepalen?
De jonge luitenant Giovanni Drogo krijgt zijn eerste standplaats bij een garnizoen in een fort hoog in de bergen. Zijn leven ligt nog voor hem, een schitterende militaire carrière lonkt. Drogo raakt in de ban van het eentonige leven in het fort, dat uitkijkt op een uitgestrekte woestijn. Vandaaruit zullen de Tartaren hun aanval inzetten, is de verwachting. Maar komen ze ook?
Buzzati’s beschrijvingen van de vesting en het onherbergzame gebied zorgen voor een sprookjesachtige sfeer, die gaandeweg beklemmend wordt. Het leven in het fort staat voor het leven zelf, dat gebouwd is op wachten op het onbekende, op de illusie dat het leven een wezenlijk doel en dat de mens ooit zal ontsnappen aan de sleur en de routine die hem hebben betoverd.
Meer informatie
Bespiegelingen over levenswijsheid
‘Laten we er nu eens van uitgaan dat het leven de moeite waard is. Hoe moeten we het dan inrichten om er zo veel mogelijk geluk uit te halen?’
Zo formuleerde Schopenhauer in 1850 het thema van zijn boek. Een hoogst actuele vraag, gezien de talloze zelfhulpboeken die over ons worden uitgestort. Maar zelden kan een moderne publicatie tippen aan de diepte van Schopenhauers inzichten en de kwaliteit van zijn proza.
Ons geluk, zegt Schopenhauer is afhankelijk van wie je bent, wat je hebt, wat je voorstelt. Maar bezit en aanzien zijn onzeker. De zekerste pijler is onze persoonlijkheid, want die kan ons niet worden afgenomen. En die persoonlijkheid kunnen we ontwikkelen. Hoe? Door de drieënvijftig leefregels van Schopenhauer te volgen.
Wat je ook van Schopenhauers raadgevingen vindt, één ding blijft recht overeind staan: hier is een taalkunstenaar aan het werk die zijn vaak niet al te vleiende opvattingen over de mens in een schitterende vorm weet te gieten, ze met ironie kruidt en ze bovendien illustreert met het beste dat de wereldliteratuur te bieden heeft.
Meer informatie


De Witte
In 1920 verscheen bij Wereldbibliotheek De Witte, het kostelijke boek van Ernest Claes. De Witte is de bijnaam van Lewie Verheyden, een boerenjongen uit het dorpje Zichem met een hart van goud. Hij haalt allerlei kattenkwaad uit maar achter zijn branie gaat een treurig leven schuil. Zwaar werk en een armoedig bestaan maken de mensen van zijn komaf ongevoelig en hard, en voor de meesten bestaan geen mogelijkheden tot scholing. Bij toeval ontdekt de Witte de literatuur en dat veroorzaakt een ommekeer in zijn leven.
De Witte is een schelmenroman over een jongen die probeert op eigen kracht vorm en inhoud aan zijn leven te geven, over de ontwikkeling en ontplooiing van de menselijke geest tegen de stroom in. Het is bij uitstek een boek voor onze tijd, want het barst van levenslust en optimisme. En de taal van Ernst Claes sprankelt nog net zo als honderd jaar geleden.
De Witte behoort tot de literaire traditie van begin twintigste eeuw, waartoe ook Kees de jongen van Theo Thijssen en Huckleberry Finn van Mark Twain gerekend worden.
Meer informatie
De huilende molenaar
Er is een nieuwe bewoner in het dorp, de boomlange Huttunen. Hij heeft zijn intrek genomen in een verwaarloosde graanmolen, die hij zowaar weer aan de praat weet te krijgen. De molenaar wordt met argwaan bekeken, en vooral beluisterd, want hij blijkt de onweerstaanbare drang te hebben om ’s nachts luidkeels te huilen als een wolf. Hoe lang gaat het goed tussen deze bijzondere man en de op rust en regelmaat gerichte dorpsbewoners?
De huilende molenaar is het tijdloze verhaal van een kleine gemeenschap die zich tegen een excentrieke eenling keert. Paasilinna vertelt het met zichtbaar plezier en met de hem kenmerkende humor en lichte absurditeit. Het is een van de hoogtepunten in zijn oeuvre en werd opgevoerd als toneelstuk en twee keer verfilmd – meest recentelijk in 2017 in Frankrijk.


De nacht voor de scheiding
De avond voordat rechter Komives de echtscheidingszaak van zijn oude schoolvriend Imre Greiner moet behandelen, komt die hem bezoeken en vertelt hem over het leven dat hij en zijn vrouw Anna jarenlang hebben geleid. Een façade van burgerlijkheid verborg voor de buitenwacht de totale mislukking die hun huwelijk was geworden. Terwijl Greiner de waarheid achter die façade blootlegt, dringt het tot rechter Komives door dat hijzelf, zonder het te weten, een doorslaggevende rol heeft gespeeld in de dramatische teloorgang van dat huwelijk.
Sandor Marai beschrijft virtuoos wat een mens ervaart die tot inzicht komt in zijn eigen zielenleven, en die beseft wat hij heeft aangericht door die gevoelens een leven lang achter verstandelijke overwegingen verborgen te houden.